Vanaf een bepaald moment tijdens Zijn openbare optreden onderwijst Jezus de mensen soms door gelijkenissen.
Een gelijkenis is een verhaal waarin Hij met behulp van beeldspraak en voorbeelden uit het dagelijks leven geestelijke waarheden overbrengt.
Hij doet dat om die waarheden te onthullen voor degenen die aan Zijn kant staan, maar ze tegelijk te verbergen voor degenen die tegen Hem zijn.
Mattheüs 13 vers 13 tot en met 17.
Hij gooit geen parels voor de zwijnen.
De eerste gelijkenis is die van de zaaier. Jezus legt de gelijkenis zelf uit aan Zijn discipelen in vers 18 tot en met 23.
De aarde in de gelijkenis is het menselijke hart. Het zaad is het Woord van God, ofwel de verkondiging van het evangelie van het Koninkrijk van God.
1 Petrus 1 vers 23:
U, die opnieuw geboren bent, niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en eeuwig blijvende Woord van God.
Alleen het zaad dat in de goede aarde valt, brengt veel vrucht voort.
Lukas 3 vers 8a:
Breng dan vruchten voort in overeenstemming met de bekering.
Galaten 5 vers 22:
De vrucht van de Geest is echter: liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing.
God kan de gesteldheid van het hart bewerken, en het ontvankelijk maken voor Zijn Woord.
Mensen die het Woord van God horen zijn zelf verantwoordelijk voor wat zij met de boodschap doen.