In Psalm 23 schrijft David, de psalmist, dat de HEERE zijn Herder is, die voor hem zorgt, hem leidt, en voorziet in alle lichamelijke en geestelijke behoeften en noden.
Dit geldt voor hem persoonlijk.
De HEERE wordt in de Bijbel ook de Herder van het hele volk Israël genoemd, bijvoorbeeld in Psalm 28 vers 9 en Psalm 80 vers 2.
In Psalm 23 vers 4 spreekt ‘het schaap’ de Herder aan. Daaruit blijkt de persoonlijke relatie. Het ‘doorgaan van een dal’ duidt op een tocht, het onderweg zijn.
De schapen brengen de zomer door in de directe nabijheid van de herder, die hen naar hoger gelegen grazige bergweiden leidt. De beste route daarnaartoe is altijd via de valleien. Daar zijn de minst steile hellingen. En daar is ook voldoende water en voedsel voor onderweg.
In deze valleien en dalen loeren echter ook doodsgevaren:
wilde dieren die de schapen kunnen aanvallen, er kunnen plotseling hevige stormen opsteken die in korte tijd bergbeekjes in woeste stromen kunnen veranderen, en steenslag kan van de bergwand naar beneden vallen.
De herder is er dan om tijdig voor beschutting te zorgen.
‘Uw stok en Uw staf, die vertroosten mij.'
De stok is een soort knots van minder dan een meter lang, met een leren riempje eraan, die de geoefende herder met grote trefzekerheid richting een roofdier kan werpen of naar een schaap dat afdwaalt van de kudde. Zo beschermt de herder de kudde.
De staf is langer en dunner dan de knots, en heeft een gebogen uiteinde. Hiermee kan de herder een schaap in de juiste richting dirigeren. Met het gebogen uiteinde kan een schaap uit een kuil of kloof worden gehesen.
Een schaap dat de hele dag met de kop naar beneden naar voedsel zoekt, oriënteert zich vooral via het gehoor. Het tikken van de herdersstaf op de grond geeft aan in welke richting de herder zich beweegt. Het geluid van de staf geeft de schapen het besef van de nabijheid van de herder.
Stok en staf symboliseren het Woord van de Herder.
Zijn uitgesproken wil en bedoeling ten aanzien van de mensheid.
De stok - of roede - duidt vooral op het bestraffende aspect van het Woord, de staf meer op lichte correctie, richting en zekerheid.
Psalm 119 vers 176:
Ik heb gedwaald als een verloren schaap; zoek Uw dienaar, want Uw geboden heb ik niet vergeten.
Markus 6 vers 34:
En toen Jezus uit het schip ging, zag Hij een grote menigte en was innerlijk met ontferming bewogen over hen, want zij waren als schapen die geen herder hebben; en Hij begon hun veel dingen te onderwijzen.
In Johannes 10 vers 11 zegt Jezus:
"Ik ben de goede Herder; de goede Herder geeft zijn leven voor de schapen".
1 Petrus 2 vers 25:
Want u was als dwalende schapen, maar u bent nu bekeerd tot de Herder en Opziener van uw zielen.