Verbondssluiting en verbondsbreukDe belofte aan Abram en het verbond dat God met hem sloot in Genesis 15, zijn de basis voor het verbond dat in Exodus 19 met zijn nakomelingen wordt gesloten.
God zet het volk Israël apart als Zijn heilig en priesterlijk volk.
Hij heeft het volk verlost uit het slavenhuis Egypte en geeft nu aan hoe het leven in de verbondsrelatie met Hem eruitziet.
De tien geboden geven richting aan het leven van het volk dat God als Koning heeft. Het volk is dankbaar voor de verlossing en is bereid te doen wat God vraagt.
Er vindt een plechtige verbondssluiting plaats bij de berg Sinaï.
Exodus 24.
Mozes bouwt een altaar en er worden stieren geofferd. De helft van het bloed sprenkelt Mozes op het altaar. Het volk spreekt uit:
"Alles wat de HEERE gesproken heeft, zullen wij doen en Hem gehoorzamen".
Dan sprenkelt Mozes het
'bloed van het verbond’ op het volk. De zonde van het volk is verzoend doordat in plaats van de mensen een offerdier is gedood. Ze behoren God toe.
Dit ‘bloed van het verbond’ is een voorafbeelding van het bloed van Jezus, Die Zijn leven gaf in onze plaats.
Lukas 22 vers 20.
Vervolgens moet Mozes de berg opklimmen om van God de twee stenen platen te ontvangen waarop Hij de tien geboden had geschreven. Mozes blijft veertig dagen en nachten op de berg.
Door Mozes’ lange verblijf op de berg menen de Israëlieten dat hem iets is overkomen. Zij verlangen ‘goden die voor hen uitgaan’.
Aäron maakt een gouden kalf voor hen. Dit gaat echter in tegen de wil van God. Hij spreekt op de berg tegen Mozes en zegt hem dat hij de berg moet afdalen omdat het volk ‘verderfelijk heeft gehandeld’.
Als Mozes afdaalt en de verering van het gouden kalf ziet, ontsteekt hij in woede en werpt onderaan de berg de stenen platen in stukken.
Dit gebeuren toont dat het volk niet in staat is de wet te houden.
In het Nieuwe Testament schrijft Paulus over de functie van de wet in Galaten 3 vers 19: Waartoe dient dan de wet? Zij is eraan toegevoegd (dat is: aan het verbond) omwille van de overtredingen, totdat het Nageslacht zou gekomen zijn aan Wie het beloofd was; en zij is door engelen in de hand van de middelaar beschikt.
En in Galaten 3 vers 24:
Zo is dan de wet onze leermeester geweest tot Christus, opdat wij uit het geloof gerechtvaardigd zouden worden.
In de eerste acht hoofdstukken van de brief aan de Romeinen gaat Paulus uitgebreid in op wet en Evangelie.