Het verbond dat God bij de berg Sinaï met de Israëlieten sluit, wordt al direct door hen verbroken door afgoderij met het gouden kalf.
Op bevel van de HEERE worden vervolgens ongeveer drieduizend man gedood.
Dan keert Mozes terug naar de HEERE en bidt als middelaar voor het volk. Dit leidt uiteindelijk tot vernieuwing van het verbond.
Exodus 34 vers 10 tot en met 28.
De HEERE schrijft opnieuw de tien geboden op twee stenen platen die Mozes op Gods bevel heeft uitgehouwen. Mozes daalt de berg af, met de nieuwe stenen platen. Zijn gezicht glanst als gevolg van het zien van Gods heerlijkheid. Het verbond wordt hersteld en in stand gehouden door de genade van God; door de verzoening die Hij geeft.
Het volk blijkt niet in staat te zijn de wet te houden, ondanks het goede voornemen.
De samenvatting van de tien geboden luidt:
Heb God lief boven alles en heb uw naasten lief als uzelf.
Wet en Genade
In het Nieuwe Testament schrijft Paulus veel over wet en genade.
Romeinen 7 vers 10 tot en met 13:
En het gebod, dat tot leven had moeten leiden, bleek voor mij de dood te betekenen. Want de zonde heeft door het gebod een aanleiding gevonden en mij misleid en daardoor gedood. Zo is dan de wet heilig, en het gebod is heilig en rechtvaardig en goed. Is dan het goede de oorzaak van mijn dood geworden? Volstrekt niet! Maar de zonde heeft - opdat zij als zonde zichtbaar zou worden - door het goede voor mij de dood teweeggebracht, opdat door het gebod de zonde uitermate zondig zou blijken te zijn.
Galaten 3 vers 13 tot en met 19:
Christus heeft ons vrijgekocht van de vloek van de wet door voor ons een vloek te worden, want er staat geschreven: Vervloekt is ieder die aan een hout hangt, opdat de zegen van Abraham in Christus Jezus tot de heidenen zou komen, en opdat wij de belofte van de Geest zouden ontvangen door het geloof. Broeders, ik spreek op menselijke wijze: Zelfs een verbond van mensen dat rechtsgeldig is geworden, stelt niemand terzijde of voegt daar iets aan toe. Welnu, zo zijn de beloften aan Abraham en aan zijn nageslacht gedaan. Hij zegt niet: En aan de nageslachten, alsof er sprake zou zijn van velen; maar van één: En aan uw Nageslacht; dat is Christus. Dit nu zeg ik: Het verbond, dat eertijds door God rechtsgeldig was gemaakt met het oog op Christus, wordt door de wet, die na vierhonderddertig jaar gekomen is, niet krachteloos gemaakt om de belofte teniet te doen. Want als de erfenis uit de wet is, is zij niet meer uit de belofte; maar aan Abraham heeft God die door de belofte genadig geschonken. Waartoe dient dan de wet? Zij is eraan toegevoegd omwille van de overtredingen, totdat het Nageslacht zou gekomen zijn aan Wie het beloofd was; en zij is door engelen in de hand van de middelaar, Mozes, beschikt.
Dit ‘Nageslacht’ is Jezus Christus. Hij heeft Gods wet volkomen vervuld in onze plaats, en onze straf gedragen.
De Psalmen profeteren over Hem:
Psalm 40 vers 8 en 9:
Toen zei Ik: Zie, Ik kom, in de boekrol is over Mij geschreven. Ik vind er vreugde in, Mijn God, om Uw welbehagen te doen; Uw wet draag Ik diep in Mijn binnenste.
Psalm 119 vers 97 en 98:
Hoe lief heb ik Uw wet! Hij is heel de dag mijn overdenking. Uw geboden maken mij wijzer dan mijn vijanden, want zij zijn voor eeuwig bij mij.
Het geloof in Jezus verandert het hart. De Heilige Geest schrijft Gods wet in het hart van de gelovige.
Zie ook Jeremia 31 vers 33.
Galaten 5 vers 13 tot en met 26:
Want u bent tot vrijheid geroepen, broeders, alleen niet tot die vrijheid die aanleiding geeft aan het vlees; maar dien elkaar door de liefde. Want de hele wet wordt in één woord vervuld, namelijk hierin: U zult uw naaste liefhebben als uzelf. Maar als u elkaar bijt en verslindt, pas dan op dat u niet door elkaar verteerd wordt. Maar ik zeg: Wandel door de Geest en u zult zeker de begeerte van het vlees niet volbrengen. Want het vlees begeert tegen de Geest in, en de Geest tegen het vlees in; en die staan tegenover elkaar, zodat u niet doet wat u zou willen. Als u echter door de Geest geleid wordt, bent u niet onder de wet.
Het is bekend wat de werken van het vlees zijn, namelijk overspel, hoererij, onreinheid, losbandigheid, afgoderij, toverij, vijandschappen, ruzie, afgunst, woede-uitbarstingen, egoïsme, onenigheid, afwijkingen in de leer, jaloersheid, moord, dronkenschap, zwelgpartijen, en dergelijke; waarvan ik u voorzeg, zoals ik ook al eerder gezegd heb, dat wie zulke dingen doen, het Koninkrijk van God niet zullen beërven.
De vrucht van de Geest is echter: liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. Daartegen richt de wet zich niet. Maar wie van Christus zijn, hebben het vlees met zijn hartstochten en begeerten gekruisigd. Als wij door de Geest leven, laten wij dan ook door de Geest wandelen. Laten wij geen mensen met eigendunk worden, elkaar niet uitdagen en benijden.