Veertig dagen na Zijn opstanding uit de doden vaart Jezus op naar de hemel.
Nadat Hij Zich vernederd heeft tot in de dood, wordt Hij nu als Koning verhoogd. Vlak voordat Hij naar de hemel gaat, zegt Hij:
Mattheüs 28 vers 18.
Zijn opname in de hemel bevestigt dat God de Vader het door Jezus gebrachte offer aanvaardt. En dat door de gerechtigheid van Jezus Christus verzoening met God tot stand is gebracht. Filippenzen 2 vers 9.
Jezus overwon satan, zonde en dood.
Zijn hemelvaart is de glorieuze intocht van de Overwinnaar die in de hemel Zijn troon bestijgt, aan de rechterhand van Zijn Vader.
Hebreeën 1 vers 3.
Als tweede en laatste Adam, als de ‘Zoon des Mensen’, overbrugt Hij de kloof tussen God en mens die was ontstaan door de zonde van de eerste Adam.
Zie Genesis 3 en
1 Korinthe 15 vers 45 en 49.
De aardse hogepriester ging jaarlijks met het bloed van het offerdier het ‘heilige der heiligen’ in de tempel binnen; Jezus gaat voor eens en altijd met Zijn eigen bloed als de Hogepriester van het Nieuwe Verbond het hemelse heiligdom binnen om voor ons een eeuwige verlossing te bewerkstelligen.
Hebreeën 6 vers 20.
Hebreeën 7 en
Hebreeën 9 vers 24.
Hij gaat naar het huis van de Vader in de hemel om voor ons plaats te bereiden.
Johannes 14 vers 2.
Christus vertegenwoordigt als Middelaar degenen die in Hem geloven bij God de Vader en bidt voor hen.
1 Johannes 2 vers 1.
De gelovigen ontvangen de Heilige Geest als onderpand van en voorschot op de hemelse erfenis.
2 Korinthe 1 vers 22.
Efeze 1 vers 14.
Daardoor blijven zij ook op aarde in Gods aanwezigheid.
Vanaf Zijn heerlijke troon aan Gods rechterhand regeert Christus als ‘Vorst van de koningen der aarde'.
Openbaring 1 vers 5. Kolossenzen 2 vers 10.
God regeert door Christus over alle dingen.
In de tijd tot aan Zijn wederkomst op aarde - zie Handelingen 1 vers 11 en Handelingen 3 vers 21 - laat Jezus de boodschap van het Evangelie verkondigen onder alle volken.
Mattheüs 28 vers 19.
Door Zijn Heilige Geest en Zijn Woord brengt Hij mensen ertoe in Hem te geloven en Zijn Koningschap te erkennen. Efeze 2 vers 8.
De gelovigen worden opgeroepen te leven als burgers van het hemelse Koninkrijk.
Kolossenzen 3.
Wie in Hem gelooft, is
‘in Christus’.
Efeze 1 en 2.
Dat houdt in dat zij
‘in Hem’ al door God in de hemelse gewesten zijn geplaatst.
Efeze 2 vers 6.
Romeinen 8 vers 29.
Johannes 3 vers 36:
Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven, maar wie de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn van God blijft op hem.
Zie ook Openbaring 19 vers 11 tot en met 21.
Voorafbeelding van hemelvaart:
In het Oude Testament was de hemelvaart van Jezus al geprofeteerd en Zijn Koningschap al geproclameerd: Psalm 2, Psalm 15, Psalm 21 vers 7, Psalm 24, Psalm 45, Psalm 47, Psalm 68 vers 19, Psalm 110. Jeremia 30 vers 21.
Voorafschaduwing van de hemelvaart is te zien in het leven van Henoch, Elia en Jozef.
Zoals de rook van de oudtestamentische offers opsteeg tot God, zo stijgt Jezus nu met Zijn ultieme offer tot God de Vader.
De ‘Zoon des Mensen’ is opgevaren naar de hemel, en zal weer naar de aarde komen, maar dan als Koning en Rechter, met macht en majesteit .
Mattheüs 25 vers 31.
Ook Zijn wederkomst naar de aarde wordt geprofeteerd. Zacharia 14 vers 4.