In Genesis 24 lees je hoe Abraham zijn knecht - waarschijnlijk Eliëzer - eropuit stuurt om een vrouw te gaan zoeken voor zijn zoon Izak. Abraham wil niet dat Izak een Kanaänitische vrouw trouwt omdat hij bang is dat dit gevolgen heeft voor Izaks geloofsleven. Daarom stuurt hij Eliëzer naar het gebied Mesopotamië waar Abraham zelf vandaan komt.
Als Eliëzer daar aankomt, vraagt hij God om een teken waaruit zal blijken welke vrouw bestemd is voor Izak. Het teken zal zijn: het meisje dat aan Eliëzer en zijn kamelen drinken zal geven bij de put, zal de vrouw van Izak worden. Rebekka is het meisje dat dit doet. Eliëzer biedt haar namens Abraham en Izak geschenken aan.
Dit verhaal kun je lezen als een allegorie (een uitgewerkte metafoor) op de relatie tussen God en mens. Eliëzer staat dan symbool voor de Heilige Geest, Die namens God de Vader op zoek gaat naar de bruid, dit is de gemeente van Christus, voor de Zoon, Jezus Christus, de Bruidegom.