Evenals Mozes is David een tijdlang herder, als voorbereiding op het leiderschap over het volk Israël. De manier waarop David het herderschap invult, wordt duidelijk uit wat hij erover aan Saul vertelt in 1 Samuel 17 vers 33 tot en met 37: hij riskeert zijn leven voor zijn schapen en verslaat met Gods hulp leeuw en beer. Zo is hij een voorafbeelding van Jezus, de Goede Herder, die Zijn leven geeft voor Zijn schapen (Johannes 10 vers 11).
David speelt op de harp (kinnor) en zingt daarbij (1 Samuel 16 vers 18). In het boek Psalmen zijn 72 psalmen opgenomen die hij heeft geschreven. Een toepasselijk voorbeeld is Psalm 23, een psalm met als thema: ‘De HEERE is mijn Herder’. Het vertrouwen op de Herder is niet naïef of gemakkelijk. Het gaat om het persoonlijk kennen en volgen van de HEERE, ook in concreet doodsgevaar.
Meerdere psalmen vertolken de dank voor bevrijding uit gevaren, lijden en benauwdheid. In Psalm 22 vers 22 bidt David: ‘
Verlos mij uit de muil van de leeuw’. Psalm 22 is tegelijkertijd een messiaanse psalm, waarin het lijden van Christus wordt geprofeteerd.
De profeet Ezechiël kondigt aan dat er een Herder uit de lijn van David zal opstaan om het volk te weiden (Ezechiël 34 vers 23). De metafoor van God als Herder van het individu, en die van David als herder van het volk komen samen in Jezus, die zowel God als mens is (Johannes 10 vers 14). Hij, Christus, is de Goede Herder, die de zielen van de gelovigen behoedt (1 Petrus 2 vers 25).
1 Petrus 5 vers 8:
‘Wees nuchter en waakzaam; want uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een brullende leeuw, op zoek naar wie hij zou kunnen verslinden’.Hebreeën 13 vers 20 en 21:
‘De God nu van de vrede, Die de grote Herder van de schapen, onze Heere Jezus Christus, uit de doden heeft teruggebracht, op grond van het bloed van het eeuwige verbond, moge u toerusten tot elk goed werk om Zijn wil te doen, en in u werken wat in Zijn ogen welbehaaglijk is, door Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen’.