In opdracht van God was Jozua door Mozes aangesteld als de nieuwe aanvoerder van de Israëlieten (Numeri 27). Onder leiding van Jozua trok het volk de rivier de Jordaan over, het beloofde land binnen. God hield op wonderlijke wijze het water van de Jordaan tegen, zodat het volk droogvoets de rivierbedding kon oversteken.
Nu staat het volk voor Jericho, een stad in de palmrijke Jordaanvlakte. De dubbel ommuurde stad moet worden ingenomen als het volk via de nabijgelegen bergpas het land verder in wil kunnen trekken. Dan verschijnt aan Jozua de Engel -/ Bevelhebber van de HEERE. Hij geeft Jozua instructie. Deze Bevelhebber voert de strijd. In geloof en vertrouwen op de HEERE moet het volk Zijn instructies opvolgen, zeven dagen lang. Geloof en geduld worden op de proef gesteld. De Ark van het verbond moet worden meegedragen, als teken dat de HEERE in hun midden is. Op de zevende dag storten de muren in, doden de Israëlieten de inwoners van Jericho behalve Rachab en haar familie, en verbranden ze de stad (Jozua 6). Rachab had de verkenners van de Israëlieten verborgen, daarom wordt haar leven gespaard (Jozua 2 vers 14 en Hebreeën 11 vers 31).
Jericho besloeg destijds een oppervlakte van ongeveer 350x600 meter. De muren waren ongeveer 2 meter dik. Het ongeveer 5 meter hoge onderste deel van zo’n muur bestond uit natuursteen, waarop een muur van baksteen was geplaatst. De buitenste muur was in totaal ongeveer 12 meter hoog. Tussen de muren was een oplopend plateau, waarop ook een aantal huizen stond. Waarschijnlijk ook Rachabs huis. De binnenste muur was op dezelfde wijze gebouwd als de buitenste en was ongeveer 15 meter hoog, gemeten vanaf de plaats buiten de muren. Archeologische opgravingen tonen dat aan de noordzijde een deel van de ommuring is blijven staan. Waarschijnlijk heeft daar Rachabs huis gestaan. Rachab wordt genoemd in het geslachtsregister van Jezus Christus (Mattheüs 1 vers 5).
Jozua is een voorafbeelding of type van Jezus. Beide namen hebben dezelfde betekenis: ‘Jahweh redt’. Het beloofde land kon onder Jozua’s leiding alleen door het geloof en vertrouwen in God worden binnengegaan. De ongelovige vaderen hadden de dood gevonden in de woestijn. Zo kan het Koninkrijk van God alleen worden binnengegaan door het geloof in Jezus Christus, die Zijn volk in de ware rust brengt. Hebreeën 4 vers 6 tot en met 9: ‘Omdat dus het feit blijft dat sommigen deze rust binnengaan, en dat zij aan wie het Evangelie eerst verkondigd was, niet binnengegaan zijn vanwege hun ongehoorzaamheid, bepaalt Hij opnieuw een zekere dag, namelijk heden, wanneer Hij zo lange tijd daarna door David zegt (zoals al eerder gezegd is): Heden, als u Zijn stem hoort, verhard dan uw hart niet. Want als Jozua hen al in de rust gebracht had, zou God daarna niet gesproken hebben over een andere dag. Er blijft dus nog een sabbatsrust over voor het volk van God.’ In Mattheüs 11 vers 28 zegt Jezus: ‘Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast zijn, en Ik zal u rust geven.’
Jozua vertegenwoordigde de genade, zoals Mozes de wet vertegenwoordigde. Jezus opende het tijdperk van de genade, dat volgt op de heerschappij van de wet. Zie ook Johannes 1 vers 17, Romeinen 8 vers 3 en 4, Hebreeën 7 vers 18 en 19, en Galaten 3 vers 23 tot en met 25.